Voor onze leden
Woordenlijst japans Kyokushin
Wil je thuis oefenen? Japans voor beginners....
Dit is je kans om ons in de dojo te doen verbazen. Leer de japanse woorden! Hoe hoger je kyu graag hoe meer je de woorden in het japans gaat leren kennen.
Karate is not a game. It is not a sport. It is not even a system of self-defense. Karate is half physical exercise and half spiritual. The karateist who has given the necessary years of exercise and meditation is a tranquil person. He is unafraid. He can even be calm in a burning building.
Dojo etiquette? Die kan je hier vinden. Enso – Dojo vind het belangrijk dat je deze etiquette in de dojo voorop stelt. Zoals de dojo aangroeten maar ook je sensei en sempai.
One becomes a beginner after 1000 days of training. One becomes a master after 10,000 days of practice. Mas Oyama
Dojo Kun
We will train our hearts and bodies for a firm unshaking spirit.
We will pursue the true meaning of the Martial Way, So that in time, our senses may be alert.
With true vigor, we will seek to cultivate a spirit of self denial.
We will observe the rules of courtesy, respect our superiors, and refrain from violence.
We will follow our god, and never foget the true virtue of humility.
We will look upwards to wisdom and strength, not seeking other desires.
All our lives, through the discipline of karate, we will seek to fulfill the true meaning of the kyokushin way.
Sosai Masutatsu Oyama
Masutatsu (Mas) Oyama, geboren als Yong I-Choi op 27 juli 1923, groeide op in een dorp nabij Gunsan in Zuid-Korea. Op jonge leeftijd werd hij naar Mantsjoerije gestuurd om op de boerderij van zijn zus te wonen. Daar begon hij op negenjarige leeftijd met de Zuid-Chinese vorm van Kempo, genaamd Achttien Handen, onder begeleiding van een zekere meneer Yi, die op de boerderij werkte.
Toen Oyama op twaalfjarige leeftijd terugkeerde naar Korea, vervolgde hij zijn training in Koreaans Kempo.
Jongvolwassenheid en Karate in Japan
In 1938, op vijftienjarige leeftijd, reisde Oyama naar Japan om piloot te worden. Hij droomde ervan de eerste Koreaanse gevechtspiloot te zijn. Het leven in Japan bleek echter zwaar, vooral voor een Koreaan. Zijn interesse in de pilotentraining verdween, maar zijn passie voor vechtsporten groeide.
Hij vervolgde zijn martial arts-training in Judo en boksen. Toen hij een groep studenten Okinawaans karate zag beoefenen, raakte hij geïntrigeerd. Hij begon te trainen in de dojo van Gichin Funakoshi aan de Takushoku Universiteit. Op zijn zeventiende behaalde hij de 2e dan in karate en op twintigjarige leeftijd, toen hij zich aansloot bij het Japanse Keizerlijke Leger, had hij de 4e dan bereikt.
Mentorschap en Geestelijke Groei
Op dit punt raakte Oyama ook geïnteresseerd in Judo en behaalde snel de 4e dan. Later ontmoette hij So Nei Chu, een Koreaanse Goju Ryu-meester in Japan. Deze ontmoeting bleek levensveranderend: So moedigde Oyama aan zich volledig te wijden aan de martial arts. Hij adviseerde hem om drie jaar in afzondering te trainen om zijn geest en lichaam te versterken.
In 1946 trok Oyama zich terug op de berg Minobu, dezelfde plek waar de legendarische samoerai Miyamoto Musashi zijn zwaardstijl ontwikkelde. Met slechts een exemplaar van het boek Musashi van Eiji Yoshikawa als inspiratie begon hij zijn training. Hoewel de eenzaamheid zwaar was, zette Oyama door en werd hij sterker, zowel fysiek als mentaal.
Competities en Wereldfaam
In 1947 won Oyama het eerste Japans Nationale Martial Arts Kampioenschap na de Tweede Wereldoorlog. Toch voelde hij de drang om zijn training te vervolgen. Hij koos een nieuwe locatie, de berg Kiyozumi, bekend om zijn spirituele omgeving. Hier trainde hij 12 uur per dag, zonder rustdagen. Zijn training was extreem: hij brak stenen met zijn blote handen, gebruikte bomen als makiwara en sprong herhaaldelijk over snelgroeiende vlasplanten. Daarnaast verdiepte hij zich in zen en klassieke vechtsportfilosofie.
Na achttien maanden kwam hij uit de bergen, zelfverzekerd en vastberaden. Hij was nu klaar om zijn visie op karate met de wereld te delen.
Demonstraties en de Oprichting van Kyokushin
In de jaren 50 testte Oyama zijn kracht door te vechten tegen stieren. Hij vocht tegen 52 stieren, waarvan hij er drie doodde en bij 49 de horens afhakte met een shuto (handkanttechniek). In 1952 reisde hij naar de Verenigde Staten, waar hij 270 uitdagers versloeg, meestal met één enkele stoot. Hierdoor kreeg hij de bijnaam ‘The Godhand’.
In 1953 opende hij zijn eerste dojo in Tokio, simpelweg een grasveld in Mejiro. Drie jaar later werd een echte dojo geopend, en in 1964 richtte Oyama de International Karate Organization Kyokushinkaikan (IKO) op. Kyokushin, dat staat voor “de ultieme waarheid”, verspreidde zich over meer dan 120 landen en groeide uit tot een van de grootste vechtsportorganisaties ter wereld.
Overlijden en Erfenis
Masutatsu Oyama overleed op 26 april 1994 aan longkanker. Hij werd zeventig jaar oud. Zijn erfenis leeft voort in de Kyokushin-beweging, die tegenwoordig onder leiding staat van Shokei Matsui. Met meer dan 12 miljoen leden in 135 landen is Kyokushin een van de grootste en meest invloedrijke vechtsportorganisaties ter wereld.